Verwarm de oven voor op 200°C.
Schil de sjalotten en leg aan de kant.
Haal de kerstomaten van de tros, was en droog ze.
Plet de ongepelde teentjes look met het lemmet van je mes.
Leg de kerstomaten en geplette look (in de schil) op een bakplaat. Besprenkel met de (verse) tijm, peper, zout, en olijfolie.
Zet ongeveer 20 minuten in de voorverwarmde oven, tot de look en kerstomaten zacht zijn. Als ze zwart beginnen worden, is het zeker tijd om ze eruit te halen!
Zet ondertussen een soeppot op het vuur met wat boter in. Snijd de sjalot grof en karameliseer hem lichtjes door hem ongeveer 20 minuten te bakken op laag vuur tot hij zacht en goudbruin is.
Als de kerstomaten en look gaar zijn, verwijder dan de schil van de look en voeg de inhoud van de bakplaat toe aan de sjalot. (Laat er gerust een teentje look uit als je daar niet zo'n fan van bent.)
Giet het water erbij, doe de kippenbouillon in de pot en breng het geheel aan de kook.
Haal de soeppot van het vuur, mix de soep met een staafmixer, en kruid af met peper en zout naar smaak.